tweeëndertighoek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tweeën·der·tig·hoek, twee·en·der·tig·hoek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tweeëndertighoek tweeëndertighoeken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de tweeëndertighoekm

  1. (meetkunde) meetkundige figuur met tweeëndertig hoeken
     Op de vierkante ruimte werd een achthoek geplaatst, daarop vaak een zestienhoek en daarop soms nog een tweeëndertighoek.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Jona Lendering
    “Koepelbouw in Tripoli” (19 april 2019) op nrc.nl