tv-commercial
- tv-com·mer·ci·al
- samenstelling van tv zn en commercial zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tv-commercial | tv-commercials |
verkleinwoord |
de tv-commercial m
- reclameboodschap die men op de televisie laat uitzenden
- ▸ In de Funda-wereld zijn twee kampen: zij die Fun-da zeggen en zij die het Foen-da noemen. Dat weet de ontwikkelaar zelf ook, zo verscheen er in 2005 al kortstondig een tv-commercial op de buis over die vraag. Het antwoord? De enige juiste uitspraak is Funda, met de uh dus in plaats van de oe. Funda is namelijk afgeleid van het Latijnse fundum, dat zoveel als ‘landgoed’ betekent.[1]
- ▸ ‘Ik werk bij een audiovisueel productiebedrijf dat onder meer tv-commercials maakt. Veel bedrijven zeggen deze dagen hun shoots bij ons af. Maar het werk dat vandaag moet gebeuren, kon niet thuis worden gedaan. Ik hoorde gisteren überhaupt pas laat van de genomen maatregelen. Ik had tot laat gewerkt en daarna waren we gaan eten met collega’s.[2]
- Het woord tv-commercial staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Joost Dijkgraaf“Voor eens en voor altijd: zeg je nou Funda of Foenda?” (16-02-2020), Tubantia
- ↑ Weblink bron Charlotte Huisman“Wie neemt er nog de trein op een stil Utrecht Centraal?” (13 maart 2020), de Volkskrant