tuurde na
- tuur·de na
vervoeging van |
---|
naturen |
tuurde (…) na
- enkelvoud verleden tijd van naturen
- Ik tuurde na.
- Jij tuurde na.
- Hij, zij, het tuurde na.
- Ik tuurde na.
- Het woord tuurde na staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.