• tus·sen·ko·mend
vervoeging van: tussenkomen
verbogen vorm: tussenkomende

tussenkomend

  1. onvoltooid deelwoord van tussenkomen
stellend
onverbogen tussenkomend
verbogen tussenkomende
partitief tussenkomends

tussenkomend

  1. (juridisch) van een partij die niet rechtstreeks bij een zaak is betrokken, maar er wel een belang in heeft
    • Het Forum der Joodse Organisaties (FJO) en het Coördinatiecomité van Joodse Organisaties in België (CCOJB), tussenkomende partijen in het geschil, brachten de beslissing naar buiten. [1] 
    • Sporting Lokeren en Tubeke tekenden als tussenkomende partijen beroep aan bij het BAS tegen respectievelijk de vrijspraak van Waasland-Beveren en de degradatie van KV Mechelen naar 1B. Beerschot liet zich in eerste aanleg dan weer registreren als tussenkomende partij en werd door het beroep van KV Mechelen tegen zijn opgelegde degradatie meegetrokken in de beroepsprocedure. Maar door de beschikking van het BAS valt het belang van de drie tussenkomende clubs weg. [2]