tussenhandel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tussenhandel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tus·sen·han·del

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  tussen bw  en  handel zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tussenhandel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tussenhandel m

1. (handel) (economie) alle bedrijven die betrokken zijn bij de distributie van goederen van groothandel naar de kleinhandel

   ▸ "Dat graan moet betaald en verhandeld worden. Daar hebben we ondernemingen bij nodig die dat aandurven. Zelfs voor de VN zouden die bedrijven de tussenhandel moeten doen voordat het Wereldvoedselprogramma het graan uitdeelt in de Hoorn van Afrika."

   ▸ Dit weten we over de tussenhandel van Nederlandse chips naar Rusland: Handelsdata geven alleen inzicht in wie de laatste twee betrokken partijen waren bij een levering van microchips. Dat is vaak alleen de Russische importeur en een tussenhandelaar. Maar soms wordt uit de documenten duidelijk dat er ook een transportbedrijf aan te pas kwam. Deze bedrijven, in bijvoorbeeld Estland of Litouwen, bieden zich ook aan als customs broker: een tussenpersoon die de douane papieren regelt en soms ook de tijdelijke opslag van goederen.

Gangbaarheid

• Het woord tussenhandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.