tumbler

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tumbler    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tum·bler

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘bekerglas zonder voet’ voor het eerst aangetroffen in 1893
• van het Engels

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tumbler	tumblers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de tumbler m

1. bekerglas zonder voet
2. (elektrotechniek) tuimelschakelaar

Vertalingen

    1.   

Engels: tumbler (en)

Gangbaarheid

• Het woord tumbler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tumbler" herkend door:

59 %	van de Nederlanders;
56 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.