tuftuf
- tuf·tuf
- klanknabootsing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tuftuf | tuftufs |
verkleinwoord |
de tuftuf m
- (verkeer) bijnaam voor een automobiel, motorfiets of trein
- ▸ In die periode was de PVV’er actief in de Tuf-tuf Club, die strijd voerde tegen snelheidscontroles. Tevens zet hij zich in voor Flitsservice.nl.[2]
- Het woord tuftuf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tuftuf" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “PVV Flevoland haalt kandidaat van de lijst” (14-01-2011), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be