Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trouw·di·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trouwdiner trouwdiners
verkleinwoord trouwdinertje trouwdinertjes

Zelfstandig naamwoord

het trouwdinero

  1. de maaltijd die men eet na de voltrekking van het huwelijk samen met gasten
    • Zijn ongelukkige leventje in het huishouden van zijn oudere zuster en haar man Joe neemt tot twee keer toe een hoopvolle wending. Allereerst wanneer hij wordt uitgenodigd in het landhuis van de eigenaardige Miss Havisham, een oude vrouw die in de steek is gelaten op de dag van haar bruiloft. In het spookachtige Satis House, waar alle klokken op twintig voor negen staan en Miss Havisham leeft te midden van de vergane overblijfselen van haar gefnuikte trouwdiner, ontmoet Pip Estella, een beeldschoon meisje dat door de wraakzuchtige Miss Havisham blijkt te zijn geprogrammeerd om mannen te vernederen.[2] 
    • Om te laten zien dat er in de keuken van het kasteel heus niet alleen ingewikkelde dingen werden gemaakt die veel tijd vergden, geef ik hieronder het recept van een van de lievelingsgerechten van Caroline en Erik Ruigrok. Dit gerecht vinden zij zo lekker dat zij het op hun trouwdiner aan de gasten voorzetten.[3] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Pieter Steinz 5 maart 2010
  3. NRC Anne Scheepmaker 5 november 1990