trosbes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  trosbes    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈtrɔs.bɛs/

Woordafbreking

• tros·bes

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  tros  en  bes 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	trosbes	trosbessen
verkleinwoord	trosbesje	trosbesjes

Zelfstandig naamwoord

de trosbes v / m

1. (fruit) aalbes

Gangbaarheid

• Het woord trosbes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.