• trom·pet·bla·zer
enkelvoud meervoud
naamwoord trompetblazer trompetblazers
verkleinwoord trompetblazertje trompetblazertjes

de trompetblazerm

  1. Trompettist. Iemand die op een trompet blaast iemand die een trompet bespeelt.
    • De trompetblazer heeft bolle wangen en sterke lippen.