trieur
- tri·eur
- Naamwoord van handeling van triëren met het achtervoegsel -eur [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trieur | trieurs |
verkleinwoord | trieurtje | trieurtjes |
trieur [2]
- sorteertoestel
- (beroep) iemand die trieert
- Het woord 'trieur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.