trepaan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tre·paan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trepaan | trepanen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de trepaan m
- (medisch) holle boor waarmee men weefsel kan verwijderen
- (gereedschap) drilboor die men met twee handen beweegt
Synoniemen
- [1] schedelboor
Gangbaarheid
- Het woord trepaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trepaan" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
20 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ trepaan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be