travellerscheque
- tra·vel·lers·che·que
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | travellerscheque | travellerscheques |
verkleinwoord | - | - |
de travellerscheque m
- (financieel) tegen verlies of diefstal gedekte cheque die op reis meegenomen werd in de tijd dat niet overal geldautomaten aanwezig waren en men aangewezen was om met contant geld te reizen
- Het woord travellerscheque staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.