• trå·le
  • Afkomstig van het Engelse werkwoord trawl
Naar frequentie 88074
vervoeging
onbepaalde wijs tråle tråle
tegenwoordige tijd tråler tråler
verleden tijd tråla
trålet
trålte
voltooid
deelwoord
tråla
trålet
trålt
onvoltooid
deelwoord
trålende trålende
lijdende vorm tråles tråles
gebiedende wijs trål trål
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak Klasse 2 zwak
opmerking optioneel optioneel

tråle

  1. onovergankelijk met een sleepnet vissen, trawlen, treilen
  2. overgankelijk (figuurlijk) proberen te vinden, zoeken



  • trå·le
  • Afkomstig van het Engelse werkwoord trawl
vervoeging
onbepaalde wijs tråla
tråle
tegenwoordige tijd trålar
verleden tijd tråla
voltooid
deelwoord
tråla
onvoltooid
deelwoord
trålande
lijdende vorm trålast
gebiedende wijs trål
tråla
tråle
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

tråle

  1. onovergankelijk met een sleepnet vissen, trawlen, treilen
  2. overgankelijk (figuurlijk) proberen te vinden, zoeken
  • farte omkring i
rondlopen