• to·ver·fluit
enkelvoud meervoud
naamwoord toverfluit toverfluiten
verkleinwoord toverfluitje toverfluitjes

de toverfluitv / m [1]

  1. een blaasinstrument met magische werking
     Op dat plein kon ik de burgemeester en zijn gemeenteraad verslagen zien discussiëren; ik kon zien hoe de rattenvanger van Hameln op zijn toverfluit blies en eerst de ratten de rivier in lokte en vervolgens de kinderen naar de berghelling.[2]
     Sylvester Schenk van het Register van Belastingadviseurs spreekt zelfs van ‘rattenvangerswetgeving’: ,,Mensen worden eerst verleid achter een toverfluit aan te lopen en lossen af op hun huis, vervolgens wordt de wet afgeschaft en moeten ze belasting betalen.” VVD-erelid Hans Wiegel, door 50PLUS uitgenodigd om zijn licht over de kwestie te laten schijnen, meent dat het vertrouwen in de politiek op het spel staat. ,,Besef dat heel goed, het vertrouwen is toch al niet zo groot”, waarschuwde hij de Kamerleden.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Victoria Holt
    “De Engelse gouvernante” (1981), Saga, ISBN 9788726484823
  3.   Weblink bron
    Laurens Kok
    “Huiseigenaren opgelet: coalitie drukt afschaffing wet-Hillen door” (16-11-2017), Tubantia