totok
- to·tok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | totok | totoks |
verkleinwoord | - | - |
- (Nederlands-Indië) benaming voor Nederlander in Indië zonder Indonesische voorouders
- Veel Europeanen zagen hem met zijn blonde haar, blauwe ogen en blanke huid voor een totok aan. [3]
- Het woord totok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "totok" herkend door:
14 % | van de Nederlanders; |
5 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ totok op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Mahieu, V. (ps. J. Boon)Verzameld werk. (1992) Querido, Amsterdam; ISBN 90 214 7452 2; p. 53; geraadpleegd 2018-06-30
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be