Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • to·taal·stand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord totaalstand totaalstanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de totaalstandm

  1. (sport) de som van een aantal behaalde resultaten
     De Duitse Maria Riesch, die zowel in het afdalingsklassement als de totaalstand tweede is achter Vonn, hield ditmaal de achterstand beperkt tot minder dan een halve seconde. De Zwitserse Nadja Kamer en de Zweedse Anja Pärson eindigden op 0,86 van de Amerikaanse op de gedeelde derde plaats.[1]
  2. de eindstand van een wedstrijd
     Maar AZ, dat dit seizoen z'n vier Europese thuisduels allemaal had gewonnen, liet zich niet uit het lood slaan. Na een combinatie uit het boekje over de flank bracht rechtsback Aslak Witry de bal laag voor het doel, waar Pavlidis met een intikker zijn tweede van de avond maakte en de totaalstand weer in evenwicht bracht (3-3).[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Vonn heerst opnieuw op afdaling” (Zaterdag 23 januari 2010, 11:11), NOS
  2.   Weblink bron “Deceptie AZ in Conference League: uitschakeling na 2-2 tegen Bodø/Glimt” (Donderdag 17 maart 2022, 21:21), NOS