totaalresultaat
- to·taal·re·sul·taat
- samenstelling van totaal en resultaat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | totaalresultaat | totaalresultaten |
verkleinwoord | totaalresultaatje | totaalresultaatjes |
het totaalresultaat o
- (economie) uitkomst van alle onderdelen van een bedrijf te samen
- Enkele onderdelen van het bedrijf waren verliesgevend maar het totaalresultaat was toch positief door de meer succesvolle bedrijfsonderdelen.
- het eindresultaat van een proces
- ▸ Het totaalresultaat was indrukwekkend, dat viel niet te ontkennen.[1]
- Het woord totaalresultaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691