totaalbeeld

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  totaalbeeld    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• to·taal·beeld

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  totaal  en  beeld 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	totaalbeeld	totaalbeelden
verkleinwoord	totaalbeeldje	totaalbeeldjes

Zelfstandig naamwoord

het totaalbeeld o

1. een compleet overzicht

   • De schuldhulpverlener maakt een totaalbeeld van alle schulden en bezittingen van zijn of haar cliënt. 

Gangbaarheid

• Het woord totaalbeeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "totaalbeeld" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.