toiletspullen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: toiletspullen (hulp, bestand)
- IPA: / twaˈlɛtspʏlə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- toi·let·spul·len
Woordherkomst en -opbouw
- alleen meervoud samenstelling van toilet zn en spullen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | toiletspullen |
verkleinwoord | - | toiletspulletjes |
Zelfstandig naamwoord
de toiletspullen mv
- dingen die je nodig hebt voor de persoonlijke verzorging zoals tandenborstel, tandpasta, zeep, deodorant, washandje, zeep.
- Hij pakte zijn toiletspullen uit zijn reistas en legde ze één voor één op de wastafel. [1]
Gangbaarheid
- Het woord toiletspullen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Albert Camus, De gelukkige dood