toiletspray
- Geluid: toiletspray (hulp, bestand)
- IPA: / twaˈlɛtspre / (3 lettergrepen)
- toi·let·spray
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toiletspray | toiletsprays |
verkleinwoord | - | - |
de toiletspray m
- geurstof uit een spuitbus om een wc prettiger te laten ruiken
- Haar man stommelt tussen de platen en terwijl hij zoekt, gaat zij nog even naar het toilet. Al de hele avond hangt er een doordringende geur van toiletspray in de wat popperige woning. [2]
- spuitbus met geurstof om een wc prettiger te laten ruiken
- Dan deel ik toiletspray uit voor de ongelukkigen die een kaartje hebben gekocht voor City 3. [3]
- Het woord toiletspray staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Grand Bazaradvertentie in: Limburgsch Dagblad jrg. 50 nr. 256 (26 augustus 1968); p. 8 kol. 10; geraadpleegd 2019-02-11
- ↑ Hoek, S. van der"Corrie wil knusjes strippen. Op personeelsfeest, in 't bejaardenhuis, voor gehandicapten" in: Het vrije volk jrg. 30 nr. 8309 (8 oktober 1974); p. 17 kol. 1; geraadpleegd 2019-02-11
- ↑ Gogh, T. van"Puinfilms in pislokaal (twee brieven)" in: Het Parool jrg. 48 nr. 13271 (2 juni 1988); p. 7 kol. 4; geraadpleegd 2019-02-11