Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toi·let·angst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toiletangst
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de toiletangstm

  1. (medisch) overdreven angst die mensen voelen als ze een vreemde toilet bezoeken
  2. angst van kinderen om de toilet te gebruiken
Synoniemen

Gangbaarheid