toewijding
- Geluid: toewijding (hulp, bestand)
- toe·wij·ding
- Naamwoord van handeling van toewijden met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toewijding | toewijdingen |
verkleinwoord | toewijdinkje | toewijdinkjes |
de toewijding v
- ergens met zorg op gericht zijn, met veel inzet
- ▸ `Van Sinterklaas tot Sintemaarten' is bestemd voor Nederland en Vlaanderen. Wij hopen van harte dat het boek, mede door de grote toewijding waarmee Otto Dicke het heeft geïllustreerd, met vreugde gebruikt zal worden. Niet alleen voor de jeugd, in gezin en school, maar ook door alleenstaanden en zieken. Kortom: allen die zich willen verdiepen in de 'feestelijke' kant van het leven.[1]
- ▸ Iedereen stond er met aandachtige toewijding bij en ze hadden allemaal het gevoel dat er een kroon op het werk werd gezet, alsof het succes van de burgerlijke familie op dat moment eindelijk werd gemanifesteerd.[2]
- Het woord toewijding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toewijding" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 7
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be