toebijten
- toe·bij·ten
- samenstelling van toe bw en bijten ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
toebijten |
beet toe |
toegebeten |
klasse 1 | volledig |
toebijten
- ditransitief op snauwende wijze iemand iets meedelen
- Hij kreeg toegebeten dat hij zijn mond te houden had.
- Het woord toebijten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toebijten" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be