• ti·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord titer titers
verkleinwoord

de titerm

  1. (medisch): hoogste verdunning van een stof die nog werkzaam blijft
  2. (scheikunde): een onbekende concentratie nader door titratie te bepalen
23 % van de Nederlanders;
21 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be