titelverdedigster
- ti·tel·ver·de·dig·ster
- samenstelling van titel zn en verdedigster zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | titelverdedigster | titelverdedigsters |
verkleinwoord |
de titelverdedigster v
- (sport) een vrouw die een kampioenschap wederom wil winnen nadat ze dat de vorige keer al gewonnen heeft
- ▸ Shuo Han Men, die zeven jaar geleden in navolging van haar moeder naar Nederland kwam, deed al meerdere keren mee aan de Nederlandse kampioenschappen. In 2018 en 2020 was ze de beste in het enkelspel. Dit jaar ging dat ten koste van titelverdedigster Kim Vermaas die met 4-0 verslagen werd.[1]
- ▸ Titelverdedigster Kiki Bertens heeft overtuigend de tweede ronde van het WTA-toernooi van Sint-Petersburg bereikt. Ze deed dat ten koste van de Russin Veronika Koedermetova: 6-1, 6-2.[2]
- Het woord titelverdedigster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Nederlands paspoort tafeltenniskampioene Shuo Han Men” (27-03-2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Bertens overtuigend naar kwartfinales Sint-Petersburg” (13-02-2020), NOS