• ti·ta·nen·ar·beid
enkelvoud meervoud
naamwoord titanenarbeid
verkleinwoord

de titanenarbeidm

  1. zeer zwaar werk; bovenmenselijk zwaar werk
     Maar halverwege deze titanenarbeid was het niet meer te verbergen.[2]
     Voor het meepuffen in de finale fase van de zwangerschap bleek Versteegh weinig talent aan de dag te leggen. Althans, dat vond zijn echtgenote Dieuwertje tijdens de titanenarbeid die zij verrichte om Lulu Keesje ter wereld te brengen. Jan mocht wel op gezette tijden het bezwete voorhoofd van zijn vrouw deppen met frisse doekjes, maar ze verzocht hem dringend ‘te kappen met dat irritante geblaas’ naast haar bed.[3]