tiramisu
  • ti·ra·mi·su
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘nagerecht met lange vingers en mascarpone’ voor het eerst aangetroffen in 1991 [1]
  • uit het Italiaans 1980 [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord tiramisu tiramisu's
verkleinwoord tiramisu'tje tiramisu'tjes

de tiramisum

  1. (voeding) Italiaans dessert met ei, mascarpone, amaretto en koekjes (lange vingers) zijn verwerkt
    • De Italiaanse regio’s Friuli en Veneto raken het maar niet eens over de oorsprong van de tiramisu. Het dessert op basis van mascarpone, lange vingers, koffie, ei en cacao is sinds kort een officieel Prodotto agroalimentare tradizionale (PAT) uit Friuli.[3] 
    • In de Arnhemse Bakbar test ons panel blind acht van dit soort onorthodoxe kruidnoten. Van Delft experimenteert de laatste jaren met smaken als drop, cheesecake, tiramisu, cola, irish coffee, framboos en nog tientallen knettergekke smaken.[4] 
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]