Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tip·geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tipgeld tipgelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het tipgeldo

  1. financiële beloning voor een inlichting of aanwijzing
    • Burgerinfiltranten hoeven ook niet te hopen dat ze rijk zullen worden. Ze krijgen hoogstens een kleine vergoeding. ‘Ons land heeft niet de gewoonte tipgeld uit te reiken’, zegt het kabinet. ‘Bovendien blijkt uit het buitenland dat hoe lager het tipgeld is, hoe betrouwbaarder zo’n infiltrant te werk gaat.’[1] 
    • De regering loofde 1 miljoen euro tipgeld uit voor informatie die naar de daders leidt.[2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. de Standaard 23 NOVEMBER 2017
  2. Tubantia 04-DECEMBER-2017
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be