• tin·nen
  • Afgeleid van tin met het achtervoegsel -en
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen tinnen

tinnen

  1. van tin vervaardigd
    • Hij gebruikte er een tinnen bord voor. 
94 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be