timmerhout
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: timmerhout (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tim·mer·hout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | timmerhout | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het timmerhout o
- hout dat geschikt is voor timmerwerk
Uitdrukkingen en gezegden
- Alle hout is geen timmerhout
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord timmerhout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.