• times

times mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord time


  • ti·mes
  • Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord timask
Naar frequentie 2507
vervoeging
onbepaalde wijs times
tegenwoordige tijd times
verleden tijd timtes
voltooid
deelwoord
har times
onvoltooid
deelwoord
-
lijdende vorm -
gebiedende wijs times
vervoegingsklasse onregelmatig
opmerking

times

  1. (verouderd), werkwoord met -s gebeuren

times, m

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van time


times

  1. verouderde spelling of vorm van timest tot 2012
(verouderd) lijdende vorm van timast