Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tij·ver·schil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tijverschil tijverschillen
verkleinwoord tijverschilletje tijverschilletjes

Zelfstandig naamwoord

het tijverschilo

  1. het verschil in waterstand tussen hoogtij en laagtij.
    • Het tijverschil in de haven is groter door de smalle riviermond waarin het water zich stuwt. 

Gangbaarheid