tijdsklem
- tijds·klem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdsklem | tijdsklemmen |
verkleinwoord |
- tijdsdruk
- ▸ Verantwoordelijk wethouder R. van Broekhoven zit in een tijdsklem, want vóór de zomervakantie moet de schop voor het IISPA de grond in, anders loopt de gemeente Almelo grote subsidiebedragen mis.[1]
- ▸ Timmermans wil op dat overleg 'geen tijdsklem' zetten en noemde een deadline van 9 mei (voorstel van D66-leider Alexander Pechtold) te kort dag.[2]
- Het woord 'tijdsklem' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tijdsklem" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Weblink bron “Laatste, zware loodjes voor IISPA” (02-04-2008), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Timmermans: sommige taken beter naar Brussel” (05-02-2013), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be