thesaurie
- the·sau·rie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | thesaurie | thesaurieën |
verkleinwoord |
de thesaurie v
- plaats waar men het geld van de overheid of een organisatie beheert
- ▸ De Nederlandse overheid moet dit jaar 8,4 miljard euro meer lenen op de geldmarkt dan eerder gedacht. Dat meldde het Agentschap van de Generale Thesaurie vandaag.[3]
- ▸ ‘Hoe sneller de staat werkt, hoe beter dus voor de gemeentelijke thesaurie. Een vertraging leidt niet alleen tot mogelijke kasproblemen voor de lokale besturen, ze zorgt er ook voor dat middelen waarop een gemeente in een bepaald begrotingsjaar had gerekend, naar een volgend jaar verschuiven’, luidt het bij de VVSG.[4]
- Het woord thesaurie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "thesaurie" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ thesaurie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Nederlandse overheid moet 8,4 miljard meer lenen” (06-06-2012), Tubantia
- ↑ Weblink bron Jta“Traag werkende fiscus zorgt voor frustraties bij gemeenten” (24/09/2014), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be