• theo·so·fie
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘mystiek-filosofische wereldbeschouwing’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1872 [1]
  • met het voorvoegsel theo- met het achtervoegsel -sofie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord theosofie theosofieën
verkleinwoord - -

de theosofiev [3]

  1. (filosofie) (religie) religieus-filosofisch systeem van wereldbeschouwing met soms neoboeddhistisch karakter
69 % van de Nederlanders;
45 % van de Vlamingen.[4]