theaterseizoen
- the·a·ter·sei·zoen
- samenstelling van theater zn en seizoen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | theaterseizoen | theaterseizoenen |
verkleinwoord |
het theaterseizoen o
- jaarlijkse periode dat theatervoorstellingen worden uitgevoerd
- ▸ Zangeres Wende Snijders is voor haar lied Voor alles bekroond met de Annie M.G. Schmidtprijs. De prijs voor het beste Nederlandse kleinkunstlied in het afgelopen theaterseizoen werd voor de 26e keer uitgereikt.[1]
- ▸ Zijn management laat weten dat zijn tournee tot nader order wordt onderbroken. Hij heeft dit theaterseizoen nog tientallen voorstellingen op de agenda staan in Nederland en België, waarvan het grootste deel is uitverkocht.[2]
1. jaarlijkse periode dat theatervoorstellingen worden uitgevoerd
- Het woord theaterseizoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Wende Snijders wint Annie M.G. Schmidtprijs” (15-04-2018), NOS
- ↑ Weblink bron “Youp van 't Hek weer onwel tijdens optreden” (15-12-2015), NOS