tewerk
- te·werk
- samenstelling van te en werk
tewerk
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord.
- tewerkstellen: Men stelde hem daar tewerk.
- Het woord 'tewerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tewerk" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be