Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·tra·meer
Woordherkomst en -opbouw
  • met het voorvoegsel tetra- en met het achtervoegsel -meer
enkelvoud meervoud
naamwoord tetrameer tetrameren
verkleinwoord tetrameertje tetrameertjes

Zelfstandig naamwoord

tetrameer

  1. (scheikunde) een chemische verbinding die uit 4 eenheden of monomeren bestaat.

Gangbaarheid

Meer informatie