Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·rug·vor·de·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

terugvorderen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terugvorderen
vorderde terug
teruggevorderd
zwak -d volledig
  1. terug eisen wat eerst is gegeven of betaald
     Ateret Cohanim wil delen van Oost-Jeruzalem meter voor meter terugvorderen. Volgens Luria heeft zijn organisatie het historische recht om dat te doen. "De enige inheemse bevolking hier is het Joodse volk. Er is hier nooit een Palestijnse staat geweest. Ze hebben geen verbinding of erfgoed hier. Wat ze ook zeggen, wat de wereld ook zegt."[1]
     De zaak draait om het terugbetalen van regionale subsidies, die het bedrijf in 2008 en 2009 kreeg. De Europese Commissie oordeelde later dat de subsidies aan Ryanair illegaal waren en dat Frankrijk deze moest terugvorderen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Heilig land te koop: de vastgoedstrijd in Jeruzalem” (05-02-2019), NOS
  2.   Weblink bron “Ryanair-vliegtuig mét passagiers door Frankrijk aan ketting gelegd” (09-11-2018), NOS