teruggehoord
- te·rug·ge·hoord
- vervoeging van terughoren: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van terug bw en gehoord ww
vervoeging van: | terughoren… |
verbogen vorm: | teruggehoorde |
teruggehoord
- voltooid deelwoord van terughoren
- Het woord teruggehoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.