terreurprinses
- ter·reur·prin·ses
- samenstelling van terreur zn en prinses zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | terreurprinses | terreurprinsessen |
verkleinwoord | terreurprinsesje | terreurprinsesjes |
de terreurprinses v
- (informeel) een beroemde vrouwelijke terrorist
- ▸ Grote foto's van Gertrude, witte koppen tegen een zwarte achtergrond: TERREURPRINSES DOODGESCHOTEN VUURSTRIJD MET POLITIE HAMBURG 'Zij trok haar wapen eerst 'GROOTSTE ZEGE VOOR BKA SINDS MEINHOFS ARRESTATIE' Hij liep slaapwandelachtig en kocht een krant en vervolgde zijn weg naar de bagageband.[1]
- een terroristische prinses
- Het woord 'terreurprinses' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044640496