• ter·reur·prin·ses
enkelvoud meervoud
naamwoord terreurprinses terreurprinsessen
verkleinwoord terreurprinsesje terreurprinsesjes

de terreurprinsesv

  1. (informeel) een beroemde vrouwelijke terrorist
     Grote foto's van Gertrude, witte koppen tegen een zwarte achtergrond: TERREURPRINSES DOODGESCHOTEN VUURSTRIJD MET POLITIE HAMBURG 'Zij trok haar wapen eerst 'GROOTSTE ZEGE VOOR BKA SINDS MEINHOFS ARRESTATIE' Hij liep slaapwandelachtig en kocht een krant en vervolgde zijn weg naar de bagageband.[1]
  2. een terroristische prinses
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044640496