• ter·reur·drei·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord terreurdreiging terreurdreigingen
verkleinwoord

de terreurdreigingv

  1. (politiek) verwachting dat er een politiek getinte, gewelddadige actie zal plaatsvinden
    • De terreurdreiging daar bleek op een misverstand te berusten, F. deed zich online voor als terrorist, maar dat was juist om 'echte' terroristen te vinden. In zijn verhoren bij de politie gaf hij onder meer aan dat hij in contact stond met de geheime dienst en dat hij het was geweest die de dienst op het spoor van Jaouad A. had gezet. [1] 
    • Naast de terreurdreiging wijst het ministerie op nog een actuele dreiging, de recente uitbarsting van de vulkaan Mount Merapi op het eiland Java. ,,U mag van de autoriteiten niet binnen een straal van 3 kilometer rondom de vulkaan komen. Reis niet naar het gebied van de vulkaan", aldus het advies. [2]