Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·ri·a·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord teriakel teriakels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de teriakelv / m

  1. (medisch) (verouderd) universeel geneesmiddel
  2. (medisch) (verouderd) antigif te gebruiken bij een giftige beet
Synoniemen

Gangbaarheid

14 % van de Nederlanders;
18 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be