Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·niet·gaan
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tenietgaan
ging teniet
tenietgegaan
klasse 7 volledig

Werkwoord

tenietgaan

  1. ergatief ophouden te bestaan
    • De geboekte winst is weer geheel tenietgegaan. 
Vertalingen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be