Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·le·foon·klap·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord telefoonklapper telefoonklappers
verkleinwoord telefoonklappertje telefoonklappertjes

Zelfstandig naamwoord

de telefoonklapperm

  1. boekje met namen en telefoonnummers, erg handig in de tijd waarin een telefoon nog geen ingebouwd geheugen voor die functie had

Gangbaarheid