tegengezeten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·gen·ge·ze·ten
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van tegenzitten: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord) en een klinkerwisseling i-e (IPAː /ɪ/ - /e/), op te vatten als samenstelling van tegen bw en gezeten ww
Werkwoord
vervoeging van: | tegenzitten… |
verbogen vorm: | tegengezetene |
tegengezeten
- voltooid deelwoord van tegenzitten