Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·gel·vloer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tegelvloer tegelvloeren
verkleinwoord tegelvloertje tegelvloertjes

Zelfstandig naamwoord

de tegelvloerm

  1. een betegelde vloer
    • De tegelvloer was beschadigd doordat ze de zware piano erop lieten vallen. 

Meer informatie

Gangbaarheid