techneut
- tech·neut
- In de betekenis van ‘technisch aangelegd persoon’ voor het eerst aangetroffen in 1988[1][2]
- afgeleid van techniek met het achtervoegsel -eut
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | techneut | techneuten |
verkleinwoord | techneutje | techneutjes |
de techneut m
- (schertsend) iemand die technisch ingesteld is, een technicus
- Het woord techneut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "techneut" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "techneut" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ techneut op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be