tateraar
- ta·te·raar
- Naamwoord van handeling van tateren met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tateraar | tateraars |
verkleinwoord |
de tateraar m
- iemand die tatert, onbenullige dingen vertellen
- Het woord tateraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tateraar" herkend door:
22 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be